Jezus achterop

Wilma Beukhof

COLUMN


Je kunt van Facebook zeggen wat je wilt, maar soms komt er toch wel eens iets voorbij dat je aan het denken zet. Zo kwam ik vanmorgen een stukje tegen waarin iemand verslag deed van zijn reis naar India. Hij is daar een christelijke vrouw tegengekomen, die elke dag met Jezus leeft. Hij is heel reëel voor haar. Ze gaat graag naar de stad op haar scooter, en ze nodigt Jezus uit om met haar mee te gaan op die scooter. Onderweg zingt ze voor Hem. Volgens haar kan Hij wel achterop, want in India worden zo hele gezinnen vervoerd. Haar zus doet hetzelfde, die neemt Jezus mee naar haar werk als schoonmaakster. Laatst was ze op de zestiende verdieping aan het werk geweest, en toen ze klaar was, had ze haar spullen gepakt en was naar beneden gelopen. Beneden ontdekte ze dat ze er niet aan had gedacht om Jezus weer mee naar beneden te vragen. Ze is weer naar boven gelopen (zestien verdiepingen!) en heeft Hem gevraagd weer met haar mee te komen.

Voor deze beide dames is Jezus het middelpunt van hun leven. Wat ze ook doen: boodschappen, schoonmaken, reizen, Hij gaat altijd met hen mee.  In onze ogen is dit wel heel kinderlijk. Wij ‘weten’ immers dat Jezus wel in je hart woont, maar om Hem nu mee te laten schoonmaken, of boodschappen doen…

Een paar weken geleden werd in de preek in onze kerk gezegd, dat wij God negeren. O, we zijn niet tegen Hem. We komen elke week in de kerk, gaan naar de Bijbelkring, geven onze gaven, en betrekken Hem ook bij beslissingen die we moeten nemen en die (te) moeilijk voor ons zijn. Maar in het dagelijks leven redden we het eigenlijk ook best zonder Hem. We weten wel hoe we moeten schoonmaken, boodschappen doen, reizen. We zijn volwassen, en hebben toch een verstand van Hem gekregen dat we ook moeten gebruiken! Klopt, dat is ook zo. Maar toch… Die dames van hierboven weten al vanaf hun jeugd dat Jezus bij hen is. Ze zagen Hem toen al en dat is zo gebleven. Daarom betrekken ze Hem overal bij. Is dit wat Jezus bedoelt met ‘worden als een kind’?

Als je als mens genegeerd wordt, doet dat pijn. Op school, als je nooit mee mag de klassen rond of niet op verjaardagsfeestjes wordt uitgenodigd. Als je niet mee mag spelen met je klasgenootjes, of nooit eens wordt uitgekozen om iets voor de juf te doen. Of wat later, als je niet wordt meegevraagd als je klasgenoten even in een tussenuur naar de supermarkt gaan. Als je volwassen bent, en je bijdrage aan werk of discussie wordt niet gewaardeerd. Hoe moet God Zich dan wel voelen als Hij wordt genegeerd? Als mensen onder elkaar sta je in principe nog op hetzelfde niveau. Maar God is de Schepper en wij zijn Zijn schepselen. Dat is toch wel een wezenlijk verschil. Hoe dúrven wij het dan in ons hoofd te halen om God te negeren? Om Hem niet te betrekken bij alle dingen in ons leven?

Ik heb geen scooter, maar misschien wil Jezus ook wel mee op de fiets en in de auto.

Wilma Beukhof, 7 februari 2020