God is toch zeker Sinterklaas niet?

Ds. Judith Cooiman-Bouma

GASTCOLUMN


‘Ik verzeker het jullie nogmaals: als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren.’

Matteüs 18:19

Wat een prachtige belofte doet Jezus hier. Hij verzekert het ons. We kunnen er dus echt van op aan. Maar iedere gelovige zal het herkennen: in de kerk, de gebedsgroep of in een pastoraal gesprek is eensgezind gebeden om genezing van een zieke geliefde of om verandering in een schrijnende situatie. En dan gebeurt toch niet waar zo intensief voor gebeden is.

Sinterklaas?

Verschillende vrienden en collega’s gaven, toen ik hen raadpleegde , allemaal aan dat het schuurde. Tegelijk probeerden ze stuk voor stuk deze tekst kloppend voor zichzelf te krijgen. Want het kan toch niet zo zijn dat Jezus zijn beloftes niet waarmaakt. Dus dan zal het wel te maken hebben met wat wij vragen. ‘God is toch zeker Sinterklaas niet.’ Of er is teveel twijfel in ons hart. Of ons geloof is niet groot genoeg. Of we volharden niet genoeg. Kortom: als ons gebed niet verhoord wordt, dan zal het wel aan ons liggen. Al gauw komen we in een sfeer waarin we onszelf en elkaar beoordelen. Daar heeft niemand iets aan.

De kracht van samen

Bidden is heel persoonlijk. Vaak doen we het in ons eentje, om in alle rust en veiligheid aan God voor te leggen wat we op ons hart hebben. Hier heeft Jezus het over twéé mensen. Wie met iemand anders bidt, kan soms de woorden vinden die de ander niet paraat heeft. Daarbij kan het helpen om eerst met de ander af te stemmen waarvoor precies je gaat bidden. Jezus noemt niet voor niets eensgezindheid. Ik heb zelf ervaren hoe waardevol dat is bij pastorale bezoeken. Er is van alles besproken: vreugde, verdriet, zorgen. Maar hoe breng je dat in gebed? Wat wil je vragen? Wat verwacht je van God? Wat hoop je? Wat verlang je?
Bidden is meer dan iets vragen of het afwerken van een verlanglijstje. God is inderdaad Sinterklaas niet. Bidden is jouw plannen en wensen afstemmen op die van God. Jouw leven verbinden met Hem. Het mooiste voorbeeld van zo’n gebed geeft Jezus zelf. In de hof van Getsemane bidt Hij tot zijn Vader of de beker van lijden voorbij mag gaan. Jezus weet wat Hem te wachten staat, maar voor het zover is, stort Hij zijn hart uit. Hij zegt hoe bang Hij is en durft in te brengen wat Hijzelf het liefst zou willen. Tegelijk weet Hij dat God een eigen plan heeft en dat Gods wil goed is.
Wat ik daarvan leer is, dat ik alle gevoelens, angsten en verlangens aan God kan voorleggen. Zelfs als ik weet dat het anders zal lopen dan ik zelf zou willen.

Vijftien jaar erbij

Soms beweegt God mee. Ik heb een dame gekend, die op haar 70ste de diagnose borstkanker kreeg. De dominee vroeg haar waarvoor ze wilde bidden. ‘Misschien is het teveel gevraagd’, zei ze, ‘maar ik zou graag de vijftien jaar van koning Hizkia erbij willen krijgen, uit Jesaja 38.’ Dat hebben ze samen eensgezind gevraagd. En ze werd inderdaad 85. Maar haar laatste jaren waren zo zwaar, dat ze me wel eens heeft toevertrouwd dat ze stiekem wel eens spijt had van dat gebed.

Het afgelopen jaar heb ik zelf borstkanker gehad. Ik heb vaak aan deze vrouw gedacht en met mijn predikant gesproken over wat ik God zou willen vragen. Meermalen kwam het lied voorbij ‘Wat de toekomst brengen moge’. Ik heb veel nagedacht over de versregels: ‘Laat mij niet mijn lot beslissen. Zo ik mocht ik durfde niet. Ach, hoe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet.’

Mijn wil of Gods wil

Veel mensen hebben gebeden voor mijn herstel en genezing. Meestal verlang ik om te mogen blijven leven, al was het maar voor mijn kinderen. Maar er waren ook dagen dat ik het zo zwaar vond of zo verdrietig was, dat de dood niet meer mijn grootste vijand was. Dan verzuchtte ik: ‘Haal mij maar thuis.’ Altijd gingen dan de boven geciteerde versregels door mijn hoofd. En wat mijn Heiland zei: ‘Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede’.
Het komt er uiteindelijk op aan dat we ons leven aan God toevertrouwen. Dat we geloven dat Hij in alles aanwezig is en wij niet uit zijn hand vallen. In die vertrouwdheid kunnen we alles met Hem bespreken. En de tekst uit Matteüs? Die blijft schuren, misschien wel zolang ik leef. Maar dit is vooralsnog waar ik uitkom.

Judith Cooiman-Bouma
Predikant van de Nederlands Gereformeerde kerk in Zeist.

Deze column is ook al geplaatst op vrijdag 27 november 2020.


bron: de bijbel.nl