Zet vermogen gemeente toekomstgericht in

GASTCOLUMN

Ing. Jurjen de Groot


De vraag moet bij kerkelijke gemeenten op tafel komen of het nog wel voldoende is om slechts het vermogen van de gemeente in stand houden en met de opbrengsten goede dingen te doen. Laat gemeenten nadenken over de vraag hoe ze vermogen in kunnen zetten om een vitale toekomstgerichte gemeente te zijn.

De afgelopen anderhalf jaar heb ik veel bezoeken gebracht aan gemeenten binnen de Protestantse Kerk in Nederland en projecten van Kerk in Actie. Ook sprak ik met predikanten, kerkelijk werkers en pioniers. Iedere keer weer  raakte ik onder de indruk van de betrokkenheid en passie die ik zag, van mensen die vol geloof handen en voeten geven aan kerk-zijn in hun omgeving. In alle gesprekken zag ik ook een rode draad: de uitdagende vragen als het gaat over de toekomst van de kerk.

De ontwikkeling van het ledenaantal van de Protestantse Kerk laat een stevige krimp zien; vooral jonge generaties vinden in de Protestantse Kerk geen passende bedding voor hun geloofsbeleving. Gemeenten geven zelf ook aan moeilijk aansluiting te vinden bij de leefwereld van jongeren.

Uit onderzoek onder gemeenten blijkt dat veel gemeenten moeite hebben met het maken van toekomstgerichte keuzes. Samen met gemeenten en classicale vergaderingen gaat de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk daarom de komende jaren op zoek naar een nieuw toekomstperspectief. Naast grote inhoudelijke thema’s, zoals woord en sacrament en missionaire-diaconale aanwezigheid in de samenleving, speelt ook een proactief financieel beheer van gemeenten een cruciale rol als het gaat om toekomstgericht kerk-zijn.

Keuzes maken

Wil een gemeente zich richten op het ontwikkelen van toekomstgericht beleid dan zal zij vanuit haar roeping, haar bestaansreden (Woordverkondiging en dienst aan de samenleving), beleid moeten ontwikkelen waarin zij onder andere nadrukkelijk keuzes maakt ten aanzien van de aanwending van vrij beschikbaar vermogen.

Daarbij zal het niet alleen moeten gaan om wat goed is voor de eigen gemeente, maar ook hoe beschikbaar vermogen aangewend kan worden in de (directe) omgeving en elders. Voor het voortbestaan van de kerk wordt onderlinge solidariteit nog belangrijker. Waarom niet een gemeente in de omgeving financieel helpen, zodat zij ook toekomstgericht gemeente kunnen zijn en blijven? We vormen tenslotte samen het lichaam van Christus.

Vanuit deze verantwoordelijkheid zouden op iedere agenda van colleges van kerkrentmeesters en diakenen de volgende cruciale vragen moeten staan: Wat hebben we als gemeente aan ons vermogen? Wat doen we met de opbrengsten van het vermogen? Wat is ons beleid ten aanzien van vermogen? En hopelijk denkt ook de kerkenraad hier samen met de colleges over na.

Sterker nog: de vraag moet op tafel komen of het nog wel voldoende is om slechts het vermogen van de gemeente in stand houden en met de opbrengsten van het vermogen goede dingen te doen. Is het bijvoorbeeld nog wel gerechtvaardigd om evenveel vermogen te hebben als toen de gemeente 1000 leden had, terwijl dat er nu bijvoorbeeld nog 400 zijn? Is het niet verstandiger om als gemeente een deel van het vermogen in te zetten om een vitale toekomstgerichte gemeente te zijn en te blijven?

Beleid

Om dit gesprek te stimuleren is er in de richtlijnen die de Protestantse Kerk heeft vastgesteld voor de jaarverslagging, sinds de jaarrekening 2020, nu de verplichting om het vermogen op actuele waarde te waarderen. Hierdoor weet je als gemeente en diaconie wat je exact aan vermogen hebt. Tevens moet er in het bestuursverslag worden uitgelegd wat het beleid is ten aanzien van het vermogen. Als dat scherp is, kunnen ook de juiste vragen op de agenda komen.

Gemeenten dienen zich ook te bezinnen op het beleggen van geld. Nu de rente zo laag is (of zelfs negatief) zien we dat gemeenten en diaconieën overwegen om in andere vormen te beleggen dan de gebruikelijk deposito’s of obligaties. Daar kleven echter grote risico’s aan. Door als gemeenten en diaconie een beleggingsstatuut op te stellen, worden dit soort risico’s in kaart gebracht. De Protestantse Kerk heeft daarom een richtlijn beleggen opgesteld, waarin gemeenten en diaconieën wordt gevraagd om dat voortaan te doen. Beleggingen met een te groot risico zijn uit den boze, want het gaat tenslotte om geld wat ter beschikking is gesteld ten dienste van het Koninkrijk van God.

Werkzaam vermogen

In juni 2020 heeft de generale synode van de Protestantse Kerk het rapport “Werkzaam vermogen“aanvaard. De boodschap van dit rapport is kort gezegd: maak je vermogen werkzaam ten dienste van het Koninkrijk van God.
Laat duidelijk zijn dat het uiteraard aan de lokale gemeente en diaconie blijft om te bepalen wat ze met hun vermogen doen. De landelijke kerk stimuleert slechts tot bewustwording en daagt gemeenten uit om de juiste vragen rondom vermogen te agenderen in de gemeente.

In het rapport ”Werkzaam vermogen” werd ook de suggestie gedaan om een platform op te richten zoals David van As en Ton de Jong voorstellen in het RD (1-3)‘Beleggen voor goede doelen? Zet vermogen passender in’ (RD 1-3). Daar is na een goed gesprek in de synode toch anders over besloten, omdat het risico is dat er teveel bureaucratie zou ontstaan en te weinig eigenaarschap bij de gemeente of diaconie die het geld verstrekt. In opdracht van de generale synode gaat de dienstenorganisatie samen met gemeenten en diaconieën op zoek naar andere modellen die dichter bij de lokale gemeenten en diaconieën staan.
Goed beleid is in mijn ogen goed nadenken hoe je in de huidige tijd een toekomstgerichte gemeente kunt zijn. Het vermogen proactief en verstandig inzetten kan een van de middelen zijn om dat te bereiken.

Ing. Jurjen de Groot MBA
Directeur dienstenorganisatie Protestantse Kerk en Kerk in Actie


bron: Protestantse Kerk