Oant Sjen

COLUMN

Gerben Drost


Recent was ik twee keer binnen bij wijkcentrum het Pluspunt. De eerste keer was het stemburo ter gelegenheid van de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Mijn kaart werd ingenomen door de zoon van een collega van me. Hij herkende mij ondanks het mondkapje. En ik herkende hem ook. Hij is student en vond het een prachtige dag. Afijn, ik heb weer op de mij vertrouwde partij gestemd. Het stembureau was prima corona-proof ingericht. De tweede keer was het prikpunt tegen corona virus. De dunne naald ging ver de bovenarm in. Er moet over elf weken een tweede prik volgen. Dat wordt dan het derde bezoek aan het centrum in korte tijd. Een vriendin van me ontving de prik een dag eerder. Toen ik haar vroeg of het goed met haar ging, zei ze: “ik spreek opeens vloeiend Russisch”. De dag erna had ze een hoofd vol watten, overal steken en geen energie. Zelf had ik kort een beurse arm, maar verder nergens last van.

Het meest vervelende in deze coronatijd is dat uitvaarten in kleine kring plaatsvinden. Ik heb al vele keren naar een streaming zitten kijken en luisteren van mensen die die ik goed gekend heb.

Tot ik twee van die besloten uitvaarten mee moest maken. Op stille zaterdag was de dienst en begrafenis van mijn zwager Aage Smilde. Hij was getrouwd met mijn oudste zus en werd 74 jaar. Ik kende mijn zwager meer dan 50 jaren. Hij was predikant en werkte eerst onder de verstrooide Nederlanders in Duitsland, daarna in Arabië onder baggeraars en bouwers, vervolgens werd hij studentenpredikant in Heidelberg en daarna predikant te Rotterdam (Bergsingelkerk) en Dordrecht (Wilhelminakerk) en ten slotte in de Penitentiaire Inrichting de Dordtse Poorten. Overal heb ik ze een keer en vaak meerdere keren opgezocht. Was ook een keer bij een dienst in de gevangenis. Na de viering koffie drinken en praten met de gedetineerden. Afijn, ik sprak met een jongeman en vroeg of het goed met hem ging. Hij vertelde me dat hij niet zo lang hoefde te zitten. Nog enkele maanden. Ik vroeg hem wat voor werk hij deed. Nou, hij was dakbedekker. Waarop ik zei: dan is het wel jammer dan je nu binnen zit, want het is zulk mooi weer momenteel. Hij reageerde: nou, het is op die daken momenteel bloedheet. En hier is het dankzij de airco lekker koel.

En vandaag het afscheid en de begrafenis van een andere zwager van me. In de volksmond zegt men een zwager van de koude kant. Maar voor mij beslist warm. Het gaat om Jan Lolkema de man van mijn schoonzus Jet Timmers. Jan werd op enkele dagen na 92 jaar. Ik heb Jan 24 jaar gekend. Hij was weduwnaar toen hij in de Pelgrimskerk Jet leerde kennen. In 2009 trouwden ze. Met de dochter van Jan was ik getuige bij hun huwelijk in 2009. Jet werd toen op één dag vrouw, moeder, grootmoeder en overgrootmoeder. Ook nog een mooie kerkdienst en een leuk dubbelinterview in Present. Het werden mooie jaren. Jan was een groot liefhebber van mijn oliebollen op oudjaar.

Je maakt van alles mee in je leven. Bij de begrafenis van Aage heb ik een woord gesproken en de slotzin kan ik nu ook tegen Jan zeggen: als ik, als ik in de hemel kom en je zie dan weet ik je naam, oant sjen!

Gerben Drost, 16 april 2021