Zwaaien kost niets

COLUMN

Han Jongeneel


Wie van Amstelveen naar Amsterdam fietst kan verschillende routes nemen. De route langs de Van der Boechorststraat en aan het eind rechtsaf (de Gustav Mahlerlaan) leidt langs een Onderzoeksgebouw in aanbouw. En al zo lang er aan dat gebouw gewerkt wordt staat Mike langs de weg, elke werkdag van kwart voor zeven tot kwart voor vier. Hij zorgt dat het bouwverkeer en de vele fietsers niet met elkaar in botsing komen. Komt er geen fietser aan, dan geeft hij een teken aan de auto’s of vrachtauto’s dat ze kunnen doorrijden. Zo nodig sluit hij de slagbomen en moeten de fietsers even wachten.

Maar Mike regelt niet alleen het verkeer, hij houdt ook van het verkeer. Hij groet iedere fietser die langskomt met een opgestoken hand, een brede glimlach en een hallo. En ze zwaaien allemaal terug. Ik vond dat fascinerend. Hoe doet hij dat? Waarom doet hij dat? Ik ben een keer afgestapt en vroeg of ik hem voor een kerkblad mocht interviewen. Dat vond hij goed. Als ik maar rond het middaguur kwam.  Ik vroeg hem waarom hij dat doet, zwaaien naar iedereen. Dit is zijn verhaal.

Zwaaien kost niets. Wat je geeft, krijg je terug. Dat is het leven. Ik heb ooit een artikel gelezen over iemand in Amerika die zelfmoord had gepleegd. In zijn huis vond de politie een briefje waar op stond dat hij naar een brug zou gaan om zelfmoord te plegen, maar dat hij terug zou komen als er iemand hem zou groeten of hallo tegen hem zou zeggen. Toen dacht ik: wow. Het sprak me aan. Als ik mensen zie, weet ik niet in welke stemming ze zijn, maar ik wil ze alleen het presentje van mijn groeten geven.

Mensen reageren heel aardig. De mensen van de VU en de studenten zien me graag. Iemand zei tegen me dat als mensen mijn glimlach ’s morgens zien, de manier waarop ik tegen hen lach, dat het hun dag goed maakt.

Zo ben ik, zo heeft God me gemaakt. Ik ben graag sociaal, dat is een deel van het leven. Ik houd van mensen. Ja, ik geloof in God. Als je een relatie hebt met God, en je gaat naar Hem toe, dan komt Hij ook dichtbij. Hij heeft zijn armen al geopend voor ons. Het is aan ons om naar Hem toe te gaan.

Waving costs nothing

If you cycle from Amstelveen to Amsterdam, you can take different routes. The route along the Van der Boechorststraat and at the end turn right (the Gustav Mahlerlaan) leads past a research building under construction. And for as long as that building has been under construction, Mike has been standing by the road, every working day from a quarter to seven until a quarter to four. He ensures that construction traffic and the many cyclists do not collide with each other. If no cyclist approaches, he signals the cars or trucks that they can continue. If necessary, he closes the barriers and the cyclists have to wait a while.

But Mike doesn’t just manage the traffic, he loves the traffic. He greets every cyclist who passes by. With a raised hand, a big smile and a hello. And they all wave back. I found that fascinating. How does he do that? Why does he do that? I once got off and asked if I could interview him for a church bulletin. He agreed. If only I would come around noon. I asked him why he does that, waving at everyone. This is his story.

Waving costs nothing. What you give, you get back. That’s life. I once read an article about someone in America who committed suicide. In his house police found a note saying he was going to a bridge to kill himself, but he would come back if someone greeted him or said hello to him. Then I thought: wow. It appealed to me. When I see people I don’t know what mood they are in, but I just want to give them the present of my greetings.

People respond very nicely. The people of the VU and the students love to see me. Someone told me that when people see my smile in the morning, the way I smile at them, it makes their day.

That’s how I am, that’s how God made me. I like to be social, that’s part of life. I like people. Yes, I believe in God. If you have a relationship with God, and you turn to him, he will come close. He has already opened his arms for us. It is up to us to go to Him.

Han Jongeneel, 11 november 2022