Isolatie, en dan … ?

COLUMN

Lamkje Sminia


In een vrijwillig aangegaan duurzaamheidsproject waarvan mijn woning deel uitmaakt, is deze maand mijn huis volledig geïsoleerd. Behalve de vermindering van energiekosten worden ook de lucht- en gehoorvervuilende invloeden van buitenaf geweerd. Alleen de energie en warmte van de zon komt nog binnen. Tussen mijn muren in alle stilte voel ik me nu comfortabel, veilig en vrij.

De laatste jaren ondervonden we allen echter wat werkelijke isolatie betekent en wat dat met je doet. Verleid tot het bezit van een gezondheidsregistratiebewijs was er nog enige vrijheid te verwerven en te ervaren. Maar vrijwel elk menselijk contact verliep afstandelijk en via schermen en apparaten. Warmte en energie waren ver te zoeken. Tussen deze ‘muren’ en de opgelegde stilte voelde ik me oncomfortabel, onveilig en onvrij.
Nu deze ‘muren’ eindelijk zijn afgebroken, komen de kwalijke gevolgen ervan voor de samenleving aan het licht, wat ons dwingt tot bezinning op de genomen maatregelen. Welk doel dienden ze? En stonden de maatregelen in verhouding tot alle ellende die deze met zich meebrachten? Hoe gingen we om met degenen die eronder te lijden hadden en met diegenen die tegenstand boden vanwege de inbreuk op hun persoonlijke gezondheid en privacy?
Wat hebben we uiteindelijk van die situatie geleerd en hoe gaan we verder?

Op woensdag 2 maart jl. – aswoensdag in kerkelijke begrippen – is de vastenperiode van 40-dagen tot Pasen ingegaan, gebaseerd op de tijd die Jezus in quarantaine in de woestijn doorbracht. Hij trok zich daarin terug om zich op zijn toekomstige taak te bezinnen. Menselijke geesten- en gedachtenspinsels kwamen daar aan hem voorbij en Satan (de tegenstander) wist hem te vinden, misbruik makend van Jezus’ behoefte aan voedsel; ook daagde hij Jezus uit om zich te bewijzen als vertrouweling van God en spiegelde hem de macht over de wereld voor wanneer hij zich aan zijn duivelse macht zou uitleveren.
Jezus weerstond de beproevingen; toegerust als Mensenzoon begon hij aan zijn levenswerk.

En wij? Hoe vergaat het ons in deze periode van bezinning: Welke verleidingen komen op mij af?
Wil ik mijn menselijkheid opofferen aan fysieke behoeften of een gezondheidsideaal? Wil ik mijzelf uit gemakzucht uitleveren aan een digitale toekomst, aan een aanlokkelijk voorgespiegeld virtueel metaversum, aan uitdagingen waarvoor ik mijn persoonlijke gegevens, mijn mens-zijn moet inleveren? En wil ik uit wellust of ambitie meewerken aan politieke en economische machten? In hoeverre wil en kan ik weerstand bieden tegen dergelijke en andere verleidingen?

In de kerk bidden we wekelijks het ‘Onze Vader’, het gebed dat Jezus ons geleerd heeft, en vragen daarin om ons dagelijks (geestelijk) brood, verlossing van het Kwade wanneer we erdoor verleid zijn of worden, maar ook om vergeving van schulden om een nieuwe start te kunnen maken.

We hebben nog even de tijd tot Pasen om ons moreel te bezinnen. Dan kunnen we met een nieuw aloud normaal opstaan tegen het Kwade en muren tussen mensen slechten.

Lamkje Sminia, 18 maart 2022