Uitwaaien

COLUMN

Lamkje Sminia


Afgelopen week teisterde een hevige storm onze kustgebieden en zagen we beelden van mensen die de stranden opzochten om de hevige storm te trotseren. In de miezerige regen, optornend tegen de wind en de zandstormen, snakkend naar adem, totaal verwaaid, maar zichtbaar genietend. Je moest wel stevig in je schoenen staan om niet omvergeblazen te worden.
Toen bekend was dat deze zware storm in aantocht was, werden alle zeesluizen al uit voorzorg gesloten. Op enige kilometers uit de kust dreef een schip stuurloos rond en leverde gevaar op voor de windmolens op zee. Ondanks deze weersomstandigheden kon hij gelukkig veilig naar de kust gesleept worden.
We zagen ook beelden langskomen van ontwortelde en afgebroken bomen en alle schade die daardoor was aangericht.
Wat drijft mensen om dergelijk niet ongevaarlijk natuurgeweld op te zoeken?

Ook ik ging toch eveneens op een gegeven moment naar buiten om even lekker uit te waaien en de storm te proeven, de wind door mijn haren, door de kieren van mijn jas. Natgeregend, schuin tegen de wind in, en af en toe een schuilplek zoekend achter een bosschage of een huis om even op adem te komen.
Maar dan!
Thuiskomen, stilte na de storm. De worsteling met de elementen heeft je uitgeput, maar ook totaal leeg-gewaaid. Windstilte, rust, je heerlijk leeg voelen, niet moe maar herboren, alsof je onder een weldadige douche vandaan komt. In je lichaam en geest is plaats vrij gekomen voor nieuwe energie.
Onwillekeurig moet ik denken aan het prachtige gedicht van Nicolaas Beets: ‘De moerbeitoppen ruischten’.

                De moerbeitoppen ruischten; God ging voorbij;
                Nee, niet voorbij, Hij toefde; Hij wist wat ik behoefde
                               en sprak tot mij
                Sprak tot mij in den stillen, den stillen nacht;
                Gedachten die mij kwelden, vervolgden en ontstelden,
                               verdreef Hij zacht
                Hij liet zijn vrede dalen op ziel en zin;
                ‘k voelde in zijn vaderarmen mij koest’ren en beschermen
                               en sluimerde in
                De morgen die mij wekte begroette ik blij.
                Ik had zo zacht geslapen, en Gij mijn Schild en Wapen
                               waart nog nabij.

Misschien niet helemaal ter vergelijking, maar ik moest ook denken aan Elia, die het op een gegeven moment niet meer zag zitten. Dat hij geroepen werd om naar buiten te komen en een hevige storm,  een aardbeving en vuur aan zich voorbij zag trekken, met daarna een zachte fluisterende bries waarin hij een stem hoorde die hem tot actie opriep, en hij nieuwe energie kreeg om zijn taak weer op te pakken en te vervullen.

Februari is een maand met onverwachte winterse weeromstandigheden, waarin we lekker kunnen uitwaaien. Het Latijnse februare betekent ‘reinigen’ Elke dag hierna wacht ons wel een schone taak.

Lamkje Sminia, 4 februari 2022