Een plek onder de zon

COLUMN

Lamkje Sminia


Bij mijn ouders thuis hing op een onopvallende plek een lijstje met het gedichtje:

De mens wil een plekje, al is het maar klein,
waarvan hij kan zeggen: Ziehier dit is mijn!
Hier woont hij, hier leeft hij en draagt hij zijn kruis.
Hier is zijn woonplaats, hier is hij thuis.

Tot op heden zijn deze woorden mij bijgebleven. Een eigen plek is een essentiële behoefte van mens en dier, waar je je veilig voelt, jezelf kunt zijn, of domweg gelukkig. Een eigen plek als basis voor leven en toekomst. Toch zijn er in onze welvarende maatschappij anno 2021 nog steeds mensen die geen thuis hebben. Denk aan dak- en thuislozen, politieke en gewetensgevangenen of vluchtelingen. Maar ook voor inwoners en hun kinderen is er een groot tekort aan woonplekken.

Wat voelt het dan onrechtvaardig dat de mooist gelegen ruimtes veelal ingenomen worden door luxe huizen van financieel krachtigen die huisjes melken, bezetten, erin beleggen en ermee speculeren voor eigen gewin. Daarmee maken ze een plekje voor anderen onhaalbaar en onbetaalbaar, die dan vaak geen andere keuze hebben dan ‘opgestapeld’ te worden in sociale woonblokken, in eenvoudige huizenrijtjes op minder grote en mooie plekken of genoegen moeten nemen met een onzeker tijdelijk onderdak. Ondanks dat zijn velen gelukkig op zo’n thuisplekje.

Het is dan ook verwonderlijk dat er mensen zijn die ondanks een eigen huis en alle luxe toch niet tevreden of gelukkig kunnen zijn. Zoals in het lied “Een eigen huis, een plek onder de zon” van René Froger: “ik kan niet zeggen dat ik iets tekort kom, toch wou ik dat ik net iets vaker simpelweg gelukkig was”.  ‘Gelukkig zijn’ kan immers op elke plek, en hangt niet af van luxe of bezit.

In onze welvarende ‘stad’ Amstelveen is het verschil in huizen en bewoners duidelijk zichtbaar. Er blijkt structureel weinig of niets aan de ongelijkheid en woningnood gedaan. Op de mooiste en grootst beschikbare ruimtes verrijzen nog steeds grote luxe huizen – voor wie eigenlijk? – terwijl er een oplopend tekort is aan betaalbare woningen voor minder draagkrachtigen. Door de toename van economisch daklozen voelen nu zelfs enkele gemeenteraadsleden zich geroepen om bij grote huizen te gaan aanbellen met de vraag of er een kamer vrij is.

In het lied “Een eigen huis, een plek onder de zon” is er ook “altijd iemand in de buurt die van me houden kon”. In ons land kan je daar weliswaar gemakkelijk van uitgaan, maar in andere situaties is dat niet altijd vanzelfsprekend. Een ‘iemand in de buurt’ kan ook bewust niét van je houden,  je je plekje misgunnen of zich vijandig opstellen om je van je plek, je thuis, te verjagen.

Onder de militaire bezetting van Israël is een Palestijnse inwoner niet veilig op zijn plekje. Annexatie van grondgebied, huisuitzettingen en –verwoestingen ten bate van nationalistische Joodse kolonisten zijn in Palestina aan de orde van de dag. Zoals onder meer in Oost-Jeruzalem, afgelopen weken bij uitzondering in het nieuws vanwege de protesten en de oorlog in Gaza die daarop volgde.

Ook kwam er in dezelfde tijd het schokkende bericht dat er op de vrijdag voor Pinksteren brand was gesticht in de ‘Tent of Nations’, de boerderij van de Palestijnse boer Daoud Nassar en zijn familie ten zuiden van Jeruzalem bij Bethlehem. Hun hooggelegen plek onder de zon wordt al decennia opgeëist en steeds verder in- en afgesloten door Israëlische nederzettingen. Door deze brandstichting is het ruim honderdjarige levenswerk én de bestaanszekerheid van deze familie met onder meer zijn olijf- en fruitboomgaarden, hun thuis, in één klap vernietigd. En, als ze het land niet snel weer beplanten en bebouwen dreigt ook nog onteigening ervan door de staat Israël.

In mijn column van 9 april jl. had ik de paasboodschap van Daoud Nassar en zijn familie overgebracht, een boodschap van hoop: “Het licht van de opstanding dat de duisternis overwint en in ons hart blijft schijnen.” Zij dragen met soemoed'(=volharding) hun kruis vanwege hun overtuiging om te weigeren vijand te zijn. Evenzo weigeren ze nu slachtoffer te zijn, en willen ze “het vuur van de verwoesting omvormen tot een (pinkster)vuur van geestkracht en verbinding”.

Lamkje Sminia, 11 juni 2021