Bikinibandjes

COLUMN

Wilma Beukhof


Vorige week donderdag zag ik in de sociale media een bericht verschijnen van iemand die het een en ander had klaargelegd voor de zonsverduistering. Huh, zonsverduistering? Volgens mij heb ik iets gemist! Aangezien Google tegenwoordig je beste vriend is, duurde mijn verbijstering niet lang. Inderdaad, over ongeveer een half uur zou de verduistering op haar hoogtepunt zijn. En ja, toen ik naar buiten keek, bleek het zonlicht toch wel wat minder fel te zijn dan daarvoor. Die 28% minder licht was wel te zien, maar als ik niet had geweten dat het een zonsverduistering was, had ik het waarschijnlijk niet gemerkt. Natuurlijk had ik geen eclipsbril in huis. Bij elke zonsverduistering bedenk ik weer dat ik er eentje moet halen, maar daarna vergeet ik het net zo hard weer, tot de volgende verduistering. Dan heb ik nu de tijd tot volgend jaar, 25 oktober.

Het schijnt op veel kijklocaties gezellig druk te zijn geweest. Een voorproefje voor de zomer? Ik zag in de krant al een aankondiging dat we een ‘feestzomer’ krijgen. Iedereen gaat weer los nu de coronamaatregelen in hoog tempo versoepeld worden. Kan ik mijn verjaardag in ieder geval weer eens fatsoenlijk vieren!

Met een van onze dochters had ik het ook over het mooie weer van de afgelopen weken. Ze was al verkleurd, je kon de bandjes van haar bikini alweer zien! Ik houd zelf absoluut niet van zonnebaden. Het is me te warm, en bovendien verbrand ik zo snel, dat de lol er al gauw van af is. Ik geniet best van dit mooie weer, maar dan ’s avonds: heerlijk een eind wandelen als de zon wat minder fel is. En ‘s nachts, als de sterren niet te tellen zijn en de kikkers hun concerten geven.

Door dat gesprekje met onze dochter moest ik aan Mozes denken. Toen hij van God de tien geboden had gekregen en weer terug kwam bij het volk Israël, straalde zijn gezicht zo dat hij er een doek op moest leggen omdat de mensen bang voor hem werden. Het was duidelijk te zien dat hij in Gods aanwezigheid was geweest. Zoals het bij mijn dochter te zien is aan de witte strepen dat ze in de zon is geweest.

Als wij geregeld in Gods aanwezigheid zijn, in gebed, bij het luisteren naar en lezen van Zijn Woord, dan zouden wij toch ook ‘bruin’ moeten worden. Er zou dan aan ons toch ook iets te zien moeten zijn van Hem. Wij hoeven dat niet te bedekken, zoals Mozes deed. Nee, vol trots mogen wij onze verkleuring laten zien aan de mensen om ons heen. Geen trots op onszelf, want wij hebben dat beetje kleur niet zelf veroorzaakt. Het komt van God af, de Zonne der gerechtigheid. Zoals onze pigmenttoename te zien is voor iedereen, zo zou ook de uitwerking van die Zon voor iedereen zichtbaar moeten zijn.

Het gewone, lichamelijke bruin verdwijnt iedere winter weer grotendeels. Maar de verkleuring door Gods licht blijft, ook als er straks geen zon en maan, dag en nacht meer zullen zijn: tienduizend jaren tot in eeuwigheid!

Wilma Beukhof, 18 juni 2021