Daar komen ze weer!

Wilma Beukhof

COLUMN


Ongeveer half februari kreeg ik een telefoontje van een van onze ouderlingen. Het was weer tijd voor het geregelde huisbezoek. We zaten net middenin de lammetjestijd, dus heb ik het even een paar weken uitgesteld, maar uiteindelijk maakten we de afspraak voor begin maart. Achteraf bezien net op tijd vóór de intelligente lockdown. In de huidige situatie had het niet gekund, in ieder geval niet in onze niet al te grote woonkamer. Wij wonen in een oude boerderij, met nog ouderwets twee kamers met een schuifdeur ertussen. Misschien had het in de eetkamer gekund, een soort rondetafelconferentie: wij als gezin (pa, moe en drie tieners/jongvolwassenen) aan de ene kant, de kerkenraadsleden aan weerszijden aan de andere kant van de tafel zodat de anderhalvemeterregel toegepast kon worden. Enfin, het was toen gelukkig nog niet nodig.

Het is soms een beetje moeizaam om tot een goed gesprek te komen. De kinderen hebben niet de neiging om veel te zeggen, en je verzandt al snel in koetjes en kalfjes, wat toch niet de bedoeling is van zo’n gesprek. In ieder geval kwam tijdens deze avond ook deze column aan bod. De diaken die aanwezig was, stelde de titel van dit exemplaar voor, dus bij deze!

Bij de persconferentie van premier Rutte van vorige week moest ik ook even aan deze titel denken. De mannen komen binnen om hun verhaal te doen: daar komen ze weer! In tegenstelling tot bij het huisbezoek hangt zo’n beetje heel Nederland aan hun lippen. Mogen we weer wat meer? Kunnen we weer naar de kapper? Of naar de sportschool? Gaan de kinderen na de meivakantie weer naar school? En komt er een eind aan het thuiswerken? Hun woorden worden als een soort evangelie aangehoord. Helaas was die blijde boodschap minder blij dan veel mensen hadden gehoopt: rustig aan! Eigenlijk krijgen alleen de kinderen wat meer ruimte.

Gelukkig kennen wij ook een ander Evangelie, namelijk dat van Jezus Christus. Daarin krijgen ook de kinderen de ruimte; zij krijgen persoonlijk een knuffel van de Heiland, Hij houdt hen niet op anderhalve meter afstand. Maar Hij kwam ook in het verpleeghuis van Bethesda en zocht daar de kwetsbaren op. Hij kwam bij de lepralijders, mensen aan de kant van de samenleving, en genas hen. Hij zette zich voor de volle honderd procent voor ieder in. De zorgmedewerkers zijn (logisch!) bang dat de verzorging van de Covid-19-patiënten hen het leven kan kosten. Jezus wìst dat de zorg voor de mensen Hem het leven zou kosten. En toch trok Hij Zich niet terug! Hij ging ervoor, zonder daar een wereldwijd applaus voor te krijgen.

En toch komt dat wereldwijde applaus voor Hem er een keer, op het moment dat we zien: daar komt Hij weer!

Wilma Beukhof, 1 mei 2020


Pieter Aertsen 1507/08 – 1575

De genezing van de lamme van Bethesda

olieverf op paneel (56 × 75 cm) — 1575
Rijksmuseum, Amsterdam

Dit werk is gekoppeld aan Johannes 5:8

Enkele zieken en kreupelen wachten bij het bad bij de Schaapspoort in Jeruzalem. In het Hebreeuws heet dat bad Bethesda. Ze geloven dat dat af en toe een engel neerdaalt in het bad en dat degene die dan het eerst een bad neemt, genezen wordt.
Een van de kreupelen wacht al 38 jaar op dat wonder. Dan komt Jezus langs, op de sabbat, en vraagt of hij gezond wil worden. De man moppert dat er niemand is die hem naar het bad kan brengen, en dat hij daardoor altijd te laat is. Jezus zegt dan “Sta op, neem je beddegoed en wandel”, en de man wordt meteen gezond.
De man loopt weg met het beddengoed op de rug. Dat mag niet op de sabbat, en even later wordt hij daar op aangesproken. Dat moment laat Aertsen rechts op de achtergrond zien.

Het schilderij is een zogenaamde simultaanvertelling. Getoond worden niet alleen de genezing en de lopende man met het beddegoed, maar ook de neerdalende engel en, geheel links, een tafereel waarin een zieke verzorgd wordt.