De maaltijd van de Heer

teken en zegel van de belofte van het evangelie

Gastartikel


Een kerkdienst verloopt volgens een vaste orde, de liturgie. In deze serie komen de verschillende elementen aan bod. Prof. dr. Marcel Barnard, hoogleraar Praktische Theologie/Liturgiewetenschap aan de PThU en aan de Universiteit van Stellenbosch, Zuid-Afrika, licht ze toe. Drie gemeenten vertellen over hun praktijk.

Deze keer: de maaltijd van de Heer

Doe dit om mij te gedenken. De gemeenteleden handelen ook in de eredienst, zij doen iets. Zij gaan aan, danken en loven, nemen, breken, delen en geven de beker door. En er klinken hoogheilige woorden: Dit is mijn lichaam. Dit is mijn bloed.

De Heer gebiedt ons zijn maaltijd te houden: Doe dit. Dat is een diep geheim. Wij krijgen de opdracht iets te doen, te handelen. De tafel moet gedekt, het brood gebroken, de wijn in de bekers gegoten, en we prijzen de Heer om wat Hij deed aan de schepping en in zijn volk Israël, in zijn Zoon Jezus — zijn leven, dood en opstanding —  en in het werk van de heilige Geest. En tijdens dat doen voltrekt zich het geheim: wij die zijn tafel bereiden om Hem te ontvangen, ontvangen Hem als de gastheer. De gast wordt de gastheer, de rollen worden omgedraaid. Hij nodigt ons, Hij geeft zichzelf aan ons: Dit is mijn lichaam, Dit is mijn bloed.

In het avondmaal prijst de kerk de gast die komt als de gastheer. Hij blijft altijd de komende. Hij wordt nooit de arrivé. Hij komt ons altijd tegemoet, de man van de overkant. Heilig, heilig, heilig / gezegend die daar komt, zoals de woorden uit Jesaja en het evangelie van de intocht in Jeruzalem in de aloude liturgie luiden. Altijd weer is zo de maaltijd teken en zegel van de belofte van het evangelie. De Heer komt, dit — deze wereld — is het einde niet. In de kerk is het altijd Advent.

Zie ook: Dienstboek, een proeve. I. Schrift, Maaltijd, Gebed, 165-182, 207-356, 884-900

v.l.n.r.: Ds. Lieke van Zanden, ds. Leo Hak en ds. David Schiethart

“We vieren met vreugde en verve”

Eens per maand en op hoogtijdagen vieren wij de dienst van de tafel. Iedereen die zich geroepen weet is welkom aan de tafel van de Heer. Als er iets is dat de afgelopen coronajaren duidelijk is geworden, is het wel hoe onmisbaar juist rond het sacrament van breken en delen een lijfelijk aanwezige gemeenschap is. Nu het weer kan, vieren wij dan ook met vreugde en verve. Prachtig was het dat de kinderen op paasmorgen het brood en de wijn weer binnen konden dragen. De vorm is lopend, de gemeente komt naar voren om brood, in de vorm van een ouwel, en wijn te ontvangen. Om uitdrukking te geven aan de ene gemeenschap die wij rond de tafel zijn, doopt iedereen de ouwel in de grote beker met wijn of druivensap. Een lutherse gemeente is een zingende gemeente en dat hoor je zeker ook rond dit deel van de dienst. Zo gedenken wij, gedragen door muziek en zang, de gemeenschap met de Heer en met elkaar.
Lieke van Zanden, Evangelisch-Lutherse Gemeente Ede

“We zitten rond de tafel”

In onze gemeente gebruiken we het (hertaalde) formulier. We gedenken hoe Jezus Christus zijn lichaam en bloed gaf tot vergeving van onze zonden en tot nieuw leven voor Hem. Bij de viering zitten we rond de tafel en ontvangen de deelnemende belijdende gemeenteleden uit de hand van de predikant brood en wijn (in een klein bekertje). We lezen daarna een kort gedeelte uit de Bijbel en zingen samen een psalm. Zoals in 1 Kor. 11:28 wordt opgeroepen om onszelf te beproeven, om het heilig avondmaal op waardige wijze te vieren, is de zondag ervoor een voorbereidingsdienst waarin het eerste deel van het formulier wordt gelezen. In die week hebben we een bijeenkomst van bezinning en gesprek over het avondmaal. De avonddienst op de avondmaalszondag is dankzegging voor het offer van Christus en verlangen te doen wat God van ons vraagt, om heilig en dienend te leven in vernieuwde kracht door het geloof.
Ds. Leo Hak, Hervormde Gemeente IJzendoorn

“Zes verschillende liturgische vormen”

Wij kennen twee vormen van viering, een lopende en een zittende. Lopend houdt in dat de gemeenteleden rij voor rij naar voren komen en brood uit de hand van de voorganger en wijn, uitgereikt door een diaken, ontvangen. De zittende vorm van vieren is een geliefde vorm in de gemeente, die erg op leeftijd is. Je hoeft dan niet naar voren te ‘schuifelen’. Maar ik vind het nogal individualistisch: brood en wijn worden aan elkaar doorgegeven, zonder dat mensen elkaar aankijken. We kiezen per avondmaalsviering uit zes verschillende liturgische vormen van viering. Die variëteit is enerzijds een rijkdom, anderzijds lastig voor de voorganger; je ontwikkelt weinig ‘routine’. Een vorm die we nogal eens gebruiken is die waarin ik als voorganger het gebed zing. Er staat een aantal voorbeelden van in het liedboek.
Ds. David Schiethart, Shalomkerk Den Haag


bron: Protestantse Kerk – Vindplaats van hoop, geloof en liefde