Cultuurchristenen

Han Jongeneel

COLUMN


Claudia de Breij had in haar oudejaarsconference geen goed woord over voor ‘cultuurchristenen’. Die geloven niet in God en ze gaan niet naar de kerk. Maar ze omarmen wel de conservatieve waarden van de Joods-Christelijke traditie. Nee, dan Jezus. Dat was geen conservatief, maar een “gave rebel” en een “strijder tegen hypocrisie”. Als voorbeeld gaf ze de tempelreiniging. In het vervolg werd duidelijk dat het beeld dat Claudia van Jezus heeft vooral is gevoed door de musical Jesus Christ Superstar en ze noemde zichzelf dan ook ‘musical-christen’. Maar ze sloeg de spijker natuurlijk wel op zijn kop: Jezus had ‘verkeerde vrienden’ en deed ongehoorde dingen. Hij liet zien wat liefde is en kwam daarbij regelmatig in botsing met de gevestigde orde. Een gave rebel inderdaad.

Terug naar die cultuurchristenen. We komen ze tegen in de politiek, waar een beroep op de “Joods-Christelijke traditie” vooral als argument wordt gebruikt tegen de Islam. Wat de inhoud is van die traditie hoor je niet. Maar je hebt misschien ook vrienden of bekenden die weliswaar het geloof vaarwel hebben gezegd, maar wel “Christelijke normen en waarden” respecteren. Nu kun je blij zijn dat onze cultuur veel christelijks heeft, maar de vraag is wel: hoe lang houdt christendom zonder Christus stand? Een tak die van de boom is afgevallen kan er nog even gezond uitzien, maar zal toch na enige tijd verdorren.

Als kerk zijn we geen verdedigers van de Christelijke cultuur. We hebben een levende Heer. We vertegenwoordigen geen setje gedragsregels, maar we volgen een persoon. Wat is het verschil? Als we de Christelijke cultuur verdedigen zijn we conservatief: dan willen we wat behouden. Als we Jezus volgen, proberen we te verstaan wat Hij ons leert. En dat kan ook nu nog wel eens tegen de algemeen aanvaarde ideeën ingaan. En nog iets: als we een Christelijke cultuur verdedigen zeggen we: zo zijn onze manieren, zo leven wij en zo is het goed, dit moet je doen. Maar als we de levende Heer volgen, ontdekken we dat het ons niet lukt zo te leven als Jezus ons heeft voorgedaan. En onze manier van leven zullen we niet als wet aan andere opleggen, maar we zullen graag willen dat de ander met Jezus kennis maakt.

De kerk mag zich misschien wel eens wat meer mengen in het debat als een beroep wordt gedaan op “Christelijke normen en waarden” of als wordt geschermd met de “Joods-christelijke traditie”. Weet je wel wat dat inhoudt? Niet slechts “lief zijn voor elkaar”, maar ook recht doen aan de weduwe, de wees en de vreemdeling, wat in onze tijd kan betekenen: de dakloze, de verslaafde, de alleenstaande moeder, de asielzoeker, de eenzame. Ik wens je een rebels 2020.

Han Jongeneel, 10 januari 2020