Ontroering

Han Jongeneel

COLUMN


Een paar weken geleden overkwam het me ineens. Ik zat in de kerk en we zongen psalm 149. Dat is mijn lievelingspsalm. En ik was zo ontroerd dat ik niet meer mee kon zingen. Een brok in mijn keel, zo maar ineens. En wat ontroerde me dan? Wat ik zong. Over de Heer die in gunst de zijnen gedenkt en die de zwakken en de kleinen kroont. En over het heil dat ophanden is. En ik dacht: ja, dat is waar, dat is echt zo. En ik zag het voor me: dat Gods volk danst in het morgenlicht.

Ik heb dat niet zo vaak: ontroering in de kerk. Jij? We zijn in de kerk vaak heel hard met ons verstand bezig. We horen veel woorden. We luisteren naar de preek. We luisteren of we iets nieuws horen, iets dat we nog niet wisten, een andere invalshoek, een verrassend verband. En dan zeggen we dat het een goede preek was en een mooie dienst. Maar ontroering?

Hoe komt het dat we zo rationeel zijn geworden? In de bijbel krijgt de emotie het volle pond. Niet alleen liefde, denk aan David en Jonathan, Naomi en Ruth, maar ook verwondering, zoals in Psalm 8 en vertrouwen en blijdschap in vele psalmen. De negatieve emoties zijn  er ook: Mozes die uit woede de stenen tafels kapot gooit, Jacob die doodsbang is voor zijn broer Esau. En verdriet is er ook volop: de weduwe van Sarfat die haar kind beweent, de klaagliederen van Jeremia en Job op de mesthoop. God zelf kan woedend worden over het onrecht dat mensen elkaar aandoen, daarvan getuigen talloze woorden van de profeten. En Jezus? Hij is ontroerd en met ontferming bewogen als hij het volk ziet: schapen zonder herder. Hij huilt als zijn vriend Lazarus is gestorven. Jezus is doodsbang in Getsemané. Ik hou hier maar op, het is een heel beperkte greep, want bijna op elke bladzijde van de bijbel komt de emotie je tegemoet.

Waarom zijn we dan zo rationeel en worden we zelden ontroerd in de kerk? Is het misschien omdat we erg gericht zijn op de inhoud van de bijbels boodschap en te weinig op de uitwerking daarvan? Als wij (in de woorden van psalm 149) de zwakken en de kleinen kronen en de stillen in den lande kennen, dan is het heil ophanden. Daarin is de hele mens betrokken, niet alleen met het verstand, maar ook met hart en ziel.

Han Jongeneel, 21 februari 2020


Het Utrechts Psalter

Het Utrechts Psalter is opgenomen op de Werelderfgoedlijst voor documenten van Unesco. Het liedboek uit de 9de eeuw is het kostbaarste handgeschreven boek in een Nederlandse collectie.

De Universiteitsbibliotheek Utrecht is – al drie eeuwen – de eigenaresse van het Utrechts Psalter, een handschrift uit de vroege negende eeuw met alle psalmen uit de Bijbel. Bij elke psalm zijn zeer gedetailleerd scènes uit de tekst getekend die bij elkaar het verhaal van de psalm vertellen.
Het boek werd rond 830 gemaakt, mogelijk voor de pasgeboren kleinzoon van Karel de Grote. Er staan 150 psalmen en zestien Bijbelse liederen in. De liederen zijn allemaal geïllustreerd met wilde en surrealistische pentekeningen die doen denken aan die van Jeroen Bosch.
Als een soort stripverhaal werden strofes uit de liederen afgebeeld. Zo zijn er plaatjes van zondaars die door duivels in een hellemond worden geduwd, goddelozen die doelloos ronddraaien in een cirkel en engelen door Jezus die bewapend worden met speren.
In de tekeningen van het Utrechts Psalter is veel te vinden dat we kennen uit hedendaagse strips. Sterke emoties, vette symboliek, reddende engelen met superkrachten, schattige diertjes (en ook minder schattige), oudtestamentisch geweld, fantasy naast alledaags realisme, politieke incorrectheid, humor zelfs. Er is trouwens ook veel dat we niet meteen herkennen, ongebruikelijke tot onbegrijpelijke beeldspraken bijvoorbeeld, maar dat prikkelt dan weer de fantasie. Tel daar de luchtige tekenstijl bij, en je hebt het gevoel een niet eens zo oud stripverhaal te lezen. Verrassend dat al in de negende eeuw ‘strips’ werden getekend, nota bene door monniken. Al wisten we natuurlijk best dat het maken van strips monnikenwerk is.