Psalm 118

MET PSALMEN DE CRISIS DOOR (2)

Ds. Sieb Lanser


Beste gemeenteleden,

Kunnen we blij zijn en feestvieren in deze dagen van coronacrisis? Er lijkt weinig reden tot blijdschap met de dagelijkse statistieken van aantal overledenen, ziekenhuisopnames en opnames op de IC. Daarnaast zijn er genoeg andere zorgen. Verjaardagsfeesten en bruiloften gaan niet door, evenmin als koningsdagactiviteiten, bevrijdingsfestivals en het songfestival.

Kerkelijke feesten en gedenkdagen gaan door, al is het dan in een andere vorm dan we gewend zijn. Voor ons ligt de Stille of Goede Week, die begint met Palmzondag en uitloopt op Pasen.

Gezamenlijk palmpasenstokken maken gaat dit jaar niet, maar onze jeugdwerker Nienke van der Heiden heeft een leuk filmpje gemaakt over hoe je eenvoudig aan de slag kunt met wat je in huis hebt. We maken er zondag een feestelijke dienst van.

De psalm die in deze week een grote rol speelt, is psalm 118, de intochtspsalm voor komende zondag.

In de joodse traditie wordt psalm 118 gezongen tijdens het Loofhuttenfeest. Loof de Heer, want Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw. Tijdens dit feest bouwen Joden een loofhut. Een herinnering aan de tijd dat de Israëlieten door de woestijn trokken, op weg naar het beloofde land. Terwijl je een veilig huis hebt, probeer je te ervaren hoe het is om te leven in een hut of in een tent, op weg naar een land dat God je zal laten zien. Het leven hangt niet van zekerheden aan elkaar. Een hut van vertrouwen. Deze weken leren ons hoe kwetsbaar onze zekerheden zijn. Het zijn vaak schijnzekerheden. Tijdens het Loofhuttenfeest klinkt alle dagen psalm 118, een loflied en een oproep om op God te vertrouwen. De Bijbel leert ons dat blijdschap, vreugde, vooral een levenshouding is.

Palmzondag ontleent zijn naam aan het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem. De menigte zwaait met palmtakken, de vredespalmen. Bij die vredespalm past een vredespsalm (Willem Barnard). De evangelist (Matteüs 21:9) citeert uit psalm 118: Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hier komt van Godswege iemand die bevrijding zal brengen, ruimte om te leven.

Psalm 118 behoort ook tot de zogenaamde ‘halleelpsalmen’ (psalmen 113-118), die joden zingen bij de pesachmaaltijd ter herinnering aan de uittocht uit Egypte. Aan het einde van de viering op Witte Donderdag klinken de woorden uit Matteüs 26:30 ‘Nadat ze de lofzang hadden gezongen, vertrokken ze naar de Olijfberg.’ Met die lofzang worden deze psalmen bedoeld, eindigend met psalm 118.

Op Witte Donderdag vieren we de maaltijd van de Heer. De woorden uit psalm 118 Gezegend wie komt met de naam van de Heer hebben hun weg gevonden in het zogenaamde Benedictus, samen met het Sanctus onderdeel van het tafelgebed. Donderdag zullen we het zingen met de woorden van de Sanctus- en Benedictushymne 404e uit ons liedboek. De tekenen van brood en wijn laten ons zien hoe de ‘koning op een ezel’ die wij op Palmzondag begroeten onze koning wil zijn: met ontferming, met overgave, met liefde tot in de dood. Kunnen wij instemmen met het verhaal van zijn leven? Wordt het het verhaal van ons leven?

Dit zijn zo maar een paar gedachten naar aanleiding van deze rijke psalm.

Gezegend wie komt met de naam van de Heer. De naam van de Heer, aan Mozes bekend gemaakt in Exodus 3, betekent toch: Ik ben erbij, Ik zal er zijn voor jou. Gezegend zijn ook wij, als wij in ons omzien naar elkaar iets van Gods nabijheid en hulp laten zien. In momenten van eenzaamheid en strikte isolatie, misschien wel in ons moment van sterven zonder de aanwezigheid van een dierbare naaste, mag de naam de Heer dan ons laatste houvast zijn: Ik ben erbij.

Met de woorden van psalm 118 zeg ik: eeuwig duurt zijn trouw.

Met een hartelijke groet,

Sieb Lanser