De koning

COLUMN

Lamkje Sminia


Afgelopen week werd in ons land weer koningsdag gevierd.

Waarom hebben volken een koning, en welke macht kan hij uitoefenen en wordt aan hem toegekend?
Voor die vragen kunnen we teruggrijpen op oude soms gruwelijke verhalen, sprookjes en legenden.

In het Oude Testament wordt beschreven dat het volk Israël een koning wilde hebben evenals de hen omringende volken. De Almachtige laat echter aan Samuel weten dat ze Hem daarmee aan de kant zetten. Daarop waarschuwt Samuel het volk en schetst hoe het optreden van een koning zal zijn: hij zal met macht over hen regeren, ze zullen hem moeten dienen met alles wat ze hebben en zullen behandeld worden als slaven. En wanneer zij dan de Heer te hulp roepen tegen de koning, die ze zelf gewild hebben, zal Hij hen niet verhoren.

Wij leven in een constitutionele monarchie waarin de macht van de koning om over het land te regeren is overgedragen aan zijn dienaren, de ministers. Als regering moeten zij samen het welzijn van de burgers bewaken en bevorderen. Een tegenmacht vanuit het volk op basis van de grondwet kan ervoor zorgen dat de overheid zijn bestuur niet verzaakt en geen misbruik maakt van de haar toegekende macht. De positie, taken en bekwaamheid van de koning, zijn eigenschappen ten dienste van het land,  evenals de erfopvolging staan daarbij elk jaar weer ter discussie.

Laatst kreeg ik het jeugdboek van Jan Terlouw “De koning van Katoren’ onder ogen. Daarin wordt beschreven hoe Stach, een jongen die geboren werd toen de goede koning van Katoren stierf en geen opvolger achter liet, ervan droomt om koning van het land te worden. De zes ministers die een nieuwe koning als bedreiging voor hun al zeventien jaar durende macht zien, geven de jongen zeven onmogelijke opdrachten die hij daarvoor moet vervullen. En wel:

  1. een eind maken aan het geschreeuw van de vogels van Decibel, omdat de mensen elkaar daardoor niet kunnen verstaan.
  2. de granaat-appelboom van Wapenfeld omhakken, omdat van de granaten wapens worden gemaakt.
  3. de zevenkoppige draak van Smook verslaan die met zijn ondraaglijke zwaveldampen de lucht vergiftigt en de zon onzichtbaar maakt.
  4. zorgen dat de schuifelende kerken van Uikumene, die elkaar daardoor nooit zullen kunnen ontmoeten en leren kennen, niet meer schuifelen

4a. als extra opdracht: van de bovenste omloop van de St.-Aloïsius kathedraal in Wiss afspringen. (Zijn vader was ervan afgevallen en gestorven toen hij bij de dood van de koning.de vlag half stok moest hangen).

  1. de knobbelneuzen in Afzette-Rije genezen, waar kwakzalvers zich voordoen als dokters en zich met het uitschrijven van extreem dure nepzalfjes verrijken,
  2. de tovenaar van Ekilibrië vernietigen die iedereen angst inboezemt doordat hij hun dierbaarste bezittingen als aalmoes en offer opeist,
  3. zich door zes hooggeplaatste personen op de Stenen (Konings)Stoel van Stellingwoude laten tillen waarop iedereen, die er uit eigen beweging op gaat zitten, sterft.

De intussen achttien jaar geworden Stach volbrengt alle opdrachten en wordt in de St.Aloïsius kathedraal tot koning gekroond. De ministers worden direct vervangen. Daarna belooft hij drie dingen:

1e dat hij ieder jaar een soortgelijke opdracht, als die hij nu heeft gedaan, zal uitvoeren; en dat, als dat hem niet zou lukken, hij geen koning meer wil  zijn. 2e. dat er in het hele land drie dagen feest zal worden gevierd met het overgebleven vuurwerk uit Wapenfelt en, in plaats van lange redevoeringen, ook nog vele feesten daarna. En 3e dat dit de langste toespraak was die hij ooit zou willen uitspreken.

Dinsdag 27 april was de verjaardag van onze koning, de dag waarop hij zich gewoonlijk te midden van het uitbundig feestvierende volk begeeft en al wandelend vele handen schudt. Echter, voor het tweede jaar op rij heeft het coronavirus de koning naar de kroon gestoten en de macht overgenomen. Op afstand van zijn volk achter beeldschermen en in beperkte kring vierde de koning zijn verjaardag.
In deze omstandigheden heeft hij de tijd om zich te bezinnen op zijn nieuwe levensjaar en zijn opdracht als koning; en het volk óf, en wat voor koning (en ministers) het wil hebben.

Lamkje Sminia, 30 april 2021