Planning
COLUMN
Wilma Beukhof
Mijn telefoon gaat. Ik ben aan het werk en niet altijd op mijn plek, maar nu toevallig wel even. Het is mijn man: “Ons huis staat in brand!” Oefff… Normaal duurt het wel even voor ik al mijn spullen heb ingepakt. Mijn laptop stond een update te draaien, mijn lunch was gelukkig net op. Binnen 2 minuten had ik een collega ingeseind, alles ingepakt en zat ik in de auto! Niet dat dat ook maar iets helpt, maar je wilt direct naar huis in zo’n geval. Om eerlijk te zijn heb ik wel enigszins te hard gereden waar dat verantwoord was.
Enfin, thuis aangekomen liep er nog van alles aan brandweer, politie en ambulancepersoneel rond. Onze zoon was naar school, mijn man, vader en onze hond waren buiten, en het leek allemaal mee te vallen. Een klein half uurtje na mijn thuiskomst was het vuur uit en begon het vervolgtraject. De oorzaak was vlam in de pan in de mantelzorgwoning en het afzuigkanaal had in brand gestaan, inclusief de ruimte tussen plafond en de vloer van de 1e verdieping. Er was dus heel wat vernield om erbij te komen.
De eerste nacht hebben we in een hotel geslapen omdat het te erg stonk in het hele huis. En inmiddels is waar nodig van alles gesloopt en schoongemaakt door een speciaal bedrijf en is de aannemer aan het werk om alles te repareren: nieuw plafond en nieuwe vloer beneden, nieuwe wanden van een slaapkamer boven. Ooit komt er nog een nieuwe keuken. Tientallen wassen gedraaid om de lucht uit je spullen te krijgen, wat overigens in het huis zelf nog steeds niet goed is gelukt.
Veel mensen vragen ons of we niet erg geschrokken zijn. Nee, eigenlijk niet. Mijn man zegt: “Ik had geen tijd om te schrikken, ik moest handelen”, en bij mij was de schrik na die eerste minuut ook over, ik moest mijn aandacht bij de weg houden. Maar ook daarna is die schrik niet gekomen. Het is niet anders, niemand kan hier wat aan doen. En eerlijk gezegd zijn we alleen maar heel dankbaar dat het niet erger was. Geen persoonlijke schade, alleen vervangbaar spul. De hulp die je vanuit de verzekeraars krijgt en die je vanuit je kennissenkring aangeboden krijgt. Maar wat er ook verder nog is aan goeds: de kittens die in de weken daarna geboren werden. Mijn vader die gelukkig bij een zus van mij kan logeren zolang hij niet in zijn woning kan. De tulpen die aan de overkant stonden te bloeien, onze eigen Keukenhof, zodat je ook wat moois had om naar te kijken. Het mooie weer, zodat we alles al weken kunnen door laten waaien.
Het is nu een tijd van opbouwen en van wachten, wachten, wachten: op de aannemer, de parketboer, de keukenman, de stukadoor. We weten zeker dat ze komen, alleen niet wanneer precies wanneer.
Als u dit leest, hebben we Hemelvaartsdag net achter de rug. Voor de discipelen brak toen ook een tijd van wachten aan, wachten op de beloofde Trooster. Wij weten dat het maar tien dagen duurde, maar dat wisten zij toen nog niet. Er hing bij hen geen planning op het prikbord. En hoewel de Heilige Geest al spoedig kwam, wachten we nog steeds. We wachten op Hem die een veel mooiere woning voor ons heeft klaargemaakt en ons straks komt halen. Daar zijn we van verzekerd. Zijn planning loopt niet uit!
Wilma Beukhof, 27 mei 2022