Psalm 42 / 43
MET PSALMEN DE CRISIS DOOR (1)
Ds. Sieb Lanser
Beste gemeenteleden,
De veertigdagentijd was voor velen al een periode van onthouding, bijv. onthouding van alcohol of ‘tussendoortjes’, of van sociale media of televisie kijken. Dit jaar beleven we een buitengewone veertigdagentijd met ook sociale en kerkelijke onthouding vanwege het coronavirus. Veel is stil komen te liggen. Mensen hebben grote zorgen over hun gezondheid, hun inkomen, behoud van werkgelegenheid. Ouderen en kwetsbaren leven in isolement, kunnen vaak zelfs hun kinderen en kleinkinderen niet ontvangen. Tegelijkertijd ontstaan er veel hartverwarmende nieuwe initiatieven om naar elkaar om te zien, om hulp en ondersteuning te bieden.
Ook alle kerkelijke ontmoetingen, op zondag en door de week, zijn weggevallen. Ik weet dat velen die erg missen. Vieringen ‘zonder kerkgangers’ voor heel de Protestantse Gemeente zijn gestart afgelopen zondag in de Paaskerk en zullen doorgaan in de maanden april en mei. Ze zijn te volgen via kerkdienstgemist.nl en worden uitgezonden door RTVAmstelveen. Er kwamen positieve reacties op de dienst van afgelopen zondag.
Psalm 42 / 43
Komende zondag heet zondag Judica, ‘doe recht’, ontleend aan het begin van Psalm 43: Verschaf mij recht, o God. Psalm 43 is de klassieke intochtspsalm voor deze eerste passie- of lijdenszondag. Twee weken vóór Pasen beginnen – binnen het grotere geheel van de veertigdagentijd – de lijdensweken.
Eigenlijk vormen de psalmen 42 en 43 één geheel. Je kunt dat zien in het refrein dat door beide psalmen loopt:
Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik hem weer loven,
mijn God die mij ziet en redt.
Het treft mij in Psalm 42 hoe de dichter Gods nabijheid mist. Als zelfs de snelle hinde geen water meer kan vinden, dan moet het land wel erg dor zijn. Maar hij mist ook de vierende gemeenschap met elkaar. Ik vind dat ook voor ons herkenbaar. De huidige crisis kan voelen als een tijd van Godverlatenheid. In het dagblad Trouw van vandaag staat een artikel van de Amerikaanse jezuïet James Martin: ‘Waar is God in een pandemie?’ Het eerlijkste antwoord op de vraag waarom er überhaupt lijden is, luidt: we weten het niet. Wel kunnen we ons richten op en tot Jezus, die als mens heel ons kwetsbare leven heeft gedeeld en die, bewogen door medelijden, zieken tegemoet trad.
Ver van het huis van God is de psalmist ‘op brood van tranen’ gezet. Hij hoort de spot van zijn omgeving: ‘Waar is dan je God?’ Die vraag is ook hemzelf en ons niet vreemd. Zal het ooit weer als vroeger zijn? Het is nu zaak vast te houden aan wat hij in zijn beste ogenblikken aan Gods nabijheid en goedheid heeft ervaren. Hij gedenkt hoe hij met velen optrok naar het huis van God. ‘Gods grote daden gedenken’ snijdt het meeste hout als Hij onvindbaar lijkt.
Een tweegesprek tussen ‘ik’ en ‘mijn ziel’. ‘Mijn ziel’ is ten einde raad, maar ‘ik’ zing tegen alles in het refrein van het geloof: ik hoop op God, Hij is het die bevrijdt. De dichter zegt: ’s nachts klinkt een lied in mij op. Ik heb al zo vaak van gemeenteleden gehoord dat ze bijv. een psalm of een lied zingen voordat ze gaan slapen, en dat ze dan rustig worden. Dat ‘versje leren’ op de lagere school vroeger was zo gek nog niet. Door te zingen kun je boven je eigen angsten en mismoedigheid uitstijgen.
Ook in Psalm 43 gaat de dichter nog ‘gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd’. Maar alle duisternis, alle eenzaamheid en zorgen leiden bij hem niet tot een soort berustende onverschilligheid, ze benemen hem niet het doel en het zicht op zijn leven. Hij houdt het doel voor ogen: ‘uw heilige berg, de plaats waar U woont’. Zo houd ik ook een diep verlangen naar en vertrouwen op een weer bij elkaar komen als gemeente na 1 juni. En bovenal vertrouw ik op Gods nabijheid en aanwezigheid, ook in deze periode van isolement.
Zend uw licht en uw waarheid… Misschien beter te vertalen met: Zend uw licht en uw trouw, dat die mij mogen leiden… Trouw, betrouwbaarheid, het is een fundamentele waarde in het leven. Dat wij voor elkaar betrouwbaar zijn, op elkaar aankunnen. Het is ook een fundamentele eigenschap van God zelf, ‘die trouw houdt tot in eeuwigheid’. Door voor elkaar betrouwbaar te zijn, geven wij elkaar ook uitzicht op God. En ik zie dat tot mijn vreugde nu ook volop gebeuren. Natuurlijk, er is ook fraude, er zijn mensen die misbruik maken van de situatie. Maar bovenal zie ik zoveel uitingen van mensen die klaar staan voor anderen, die bijspringen in de zorg, die belangeloos zich inzetten voor ouderen en andere kwetsbaren, die zich bekommeren om kinderen, en noem maar op. Ik hoop zo, dat we dat vast zullen houden, ook als we deze crisis achter ons hebben.
Psalm 42 / 43 is een psalm vol ambivalentie, zo dubbelzinnig als ons leven ook is. De realiteit van de angst en onzekerheid, het gevoel van Godverlatenheid daarin, met de klacht van het ‘waarom’, waarom wijst U mij af? En tegelijk het koppige vertrouwen: U bent toch mijn God, mijn toevlucht. Dat alles loopt uit op het gebed: wijs mij de weg met uw licht en trouw, met uw betrouwbaar licht. Het is de dubbelzinnige tegenstrijdigheid waarmee ik ga in het zwart, en toch geloof en vertrouw ik dat het licht mij bij Hem brengt.
Moge deze psalm ons helpen om met moed en hoop de crisis door te komen.
Met een hartelijke groet,
Sieb Lanser