Psalm 91
MET PSALMEN DE CRISIS DOOR (8)
Ds. Sieb Lanser
Beste gemeenteleden,
Psalm 91 is een prachtige, maar tegelijk ook merkwaardige en tegenspraak oproepende psalm.
Prachtig: een en al vertrouwen. Er wordt verteld over de mens die helemaal leeft vanuit vertrouwen. God is voor die mens een toevlucht, een schuilplaats. Hij kan op God rekenen in een wereld waarin iedere dag van alles kan gebeuren.
Nu is dat zo, in die tijd ook. Toen droegen de bedreigingen andere namen. Was het toen de pest, nu is het een coronavirus, covid-19. Toen de verschrikking van de nacht, nu de vereenzaming op klaarlichte dag. Toen de leeuw en de adder, nu de vleermuis en het schubdier van wie een virus overspringt op de mens. Maar jou zal niets overkomen, zegt de psalmist.
Wie kan dat nazeggen? Onze ervaring is toch heel anders? Onder de ‘duizend die vallen aan je linkerzijde en de tienduizend aan je rechterhand’ zijn toch ook talloze gelovigen? Juist ook in kerkelijke gemeenschappen, bijv. in de Nederlandse ‘Bijbelgordel’, heeft het virus hard toegeslagen. ‘De lofzang gaande houden’ blijkt juist een bron van besmetting te zijn.
Mogelijk bevat psalm 91 de liturgie van een dienst die in de tempel werd gehouden toen het volk in nood verkeerde. De mensen leefden blijkbaar in een levensgevaarlijke situatie. Dag en nacht voelden ze zich bedreigd. In die angst en ellende komen de mensen naar de tempel. In onze tijd stromen de kerken niet meer vol, we kunnen nu zelfs niet naar de kerk. Wel schijnen veel mensen, ook niet-reguliere kerkgangers, de uitzendingen van de kerkdiensten te volgen.
Als de mensen naar de tempel zijn gekomen, neemt de priester het woord: Wie in de beschutting van de Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende…
De woorden van de priester moeten geweldig vertroostend zijn geweest. Maar zullen de feiten niet tegen hem getuigen? Weten de mensen niet beter? Zou ik bij een coronapatiënt, die op de IC aan de beademing ligt, misschien gaat sterven, zo’n psalm kunnen lezen? Jou zal niets overkomen…
De priester zal best weten dat wat hij zegt meer belofte is dan werkelijkheid. Maar hij moet het volk in nood een perspectief geven – zoals ook onze regering regelmatig om perspectief wordt gevraagd -, dat verder gaat dan de pest die nu zoveel slachtoffers maakt. De belofte blijft een groots perspectief: Gods nieuwe wereld.
De psalm eindigt met een belofte van Godswege: Ik zal bevrijden wie mij liefheeft en beschermen wie met mijn naam vertrouwd is. Met andere woorden: de vooronderstelling is dat je je weg gaat met God. Geloven is vertrouwen hebben in een route, een weg, in een bestemming. Psalmen zijn niet helpend als je alleen maar je eígen weg gaat. Met de psalmwoorden kom je crisis door als de keuze voor de weg al is gemaakt, en als je je ook op die weg hebt begeven.
Het volk Israël is die weg met God gegaan, in het vertrouwen dat God erbij is (met mijn naam vertrouwd: Ik ben erbij, Ik zal er zijn voor jou). Christus is die weg met God gegaan, in het vertrouwen dat God aan het einde van die weg door lijden en dood zal staan. Laten ook wij die weg in het spoor van Christus gaan, in vertrouwen: Ik zal je redding zijn.
Een lied en een gebed van Sytze de Vries naar Psalm 91:
Wie in Gods schaduw wonen wil
en bij hem schuilt, gerust en stil,
wie als een vriend op hem vertrouwt,
wie hij zo in zijn hoede houdt,
zingt in het donker van de nacht:
Gij zijt de morgen die ik wacht,
het licht, het leven dat mij daagt,
Gij, de omarming die mij draagt.
En door de vleugels van zijn trouw
ben jij gedekt, zo redt hij jou
van dreigend donker, van de plaag
die overdag een mens belaagt.
Hij die zijn engelen beval
jou te behoeden overal,
hij houdt je staande in het spoor
en draagt je zelf het donker door.
Zoals hij zelf gesproken heeft:
vertrouwen is niet tevergeefs.
Een antwoord ben ik voor wie roept,
een onderdak voor wie mij zoekt.
Ik houd je hoog een leven lang,
verjaag de schimmen van de angst.
Jou heb ik vrijheid toegedicht.
Mijn vrede vult je dag met licht.
Gebed in de nacht
In de schaduw
van uw vleugels
waak ik
met uw licht
voor ogen,
bid ik mij
het donker door,
zing ik mij
van zorgen vrij.
Met een hartelijke groet,
Sieb Lanser
Psalmenschilderij van Christa Rosier
Een aan de vleugel gewonde duif schuilt in de beschutting van een rotsspleet. Op de rots staat een brandende menorah, waaronder in het Hebreeuws het woord voor ‘schuilplaats’ staat geschreven.