Heidense gebruiken omarmen

Anita Winter

COLUMN


Elk jaar wordt de Kruiskerk na de tweede adventszondag in kerstsfeer gebracht. Het meest in het oog lopend is natuurlijk de kerstboom die in elkaar gezet en opgetuigd wordt. Elk jaar ook verzucht mijn man: ‘Dat heidense gedoe, die kerstboom’. Hij meent dat niet echt, maar het feit dat hij het elk jaar herhaalt, geeft wel aan dat er voor hem toch een kern van waarheid in zit. En dat is natuurlijk ook zo.

Hoewel de oorsprong van de kerstboom in nevelen is gehuld, lijkt er wel degelijk een verband te bestaan tussen het Germaanse gebruik om rond de kortste dag van het jaar, de midwinterzonnewende, in het midden van het dorp een eik te versieren met lichtjes en vruchten. Bij de kerstening van Europa is geprobeerd dit heidense gebruik, dat met dierenoffers gepaard ging, uit te roeien.

De legende gaat dat Bonifatius begin achtste eeuw ergens in Duitsland mensen een heilige eik zag vereren. Om dit gebruik – dat volgens hem het heidense geloof in stand hield – de kop in te drukken, velde hij met een paar bijlslagen de eik. Uit de boom werden vier balken gehouwen, die gebruikt werd voor de bouw van de plaatselijke christelijke kerk. Maar uit de stronk van de eik zou vervolgens een spar zijn opgeschoten….

In de eeuwen die volgen is echter geen sprake van een kerstboom zoals we die nu kennen. Pas in de zestiende eeuw zijn daar de eerste sporen van te vinden: bekend is dat in een rooms-katholieke kathedraal in Straatsburg in 1539 een grote kerstboom stond. En in de negentiende eeuw – tijdens het Réveil – ontstond via de zondagsscholen ook bij de ‘gewone’ Nederlander het gebruik om rond Kerst een boom neer te zetten. Uit die tijd stamt ook de gedachte dat de kerstboom symbool staat voor ‘het Licht’. En zo werd elf eeuwen na Europa ook de ‘heilige (eike)boom’ gekerstend. De omarming van de heidense kerstboom bij het kerstfeest werkte heel wat beter dan de verbanning.

Zo is het in het gewone leven natuurlijk ook. Je kunt iets waar je tegen bent of wat je niet vindt passen proberen uit te bannen of (als je die macht hebt) te verbieden. Maar het werkt beter als je het zo aanpast dat het binnen de kaders valt dat jij wenselijk vindt. Ik denk aan de vreugdevuren in Scheveningen. Een vriendin die in het Scheveningse Duindorp woont schreef daarover op Facebook: ‘ik hoorde in de media dat het vreugdevuur in Duindorp vorig jaar uit de hand liep. Is niet waar. Natuurlijk was ook het vreugdevuur hier te groot en te gevaarlijk. Maar er is geen Duindorper die zijn eigen wijk in de fik wil steken.
Daarom zeg ik: laat het vreugdevuur met eenvoudige beperkende regels gewoon doorgaan. Het is het enige leuke evenement van het hele jaar voor de jeugd hier.’

Hadden ze in Den-Haag maar naar haar geluisterd. Dat had heel wat rellen gescheeld.

Anita Winter, 6 december 2019


Bonifatius laat volgens deze voorstelling de eik omhakken- schilderij uit 1737
St.Martinskirche, Westenhofen bei Schliersee, 1737 (Beachten Sie im Hintergrund die Bayerischen Alpen!)

Bonifatius houdt volgens deze voorstelling toezicht terwijl de al gekerstende Franken de Donareik bij Fritzlar vernietigen, om zo de lokale germaanse bevolking (de Chatten) te bekeren tot het christendom.