Stilte

COLUMN

Gerrit Oud


Mocht ik ooit, in een vlaag van onbezonnenheid, de reis naar New York maken, dan is het om in het gebouw van de Verenigde Naties een bezoek te brengen aan de door Dag Hammerskjöld ontworpen Room of Quiet. Stiekem ben ik verslaafd aan deze oases, vaak weggeborgen in semi-overheidsinstellingen, temidden van het druk, druk, druk van ons bestaan. Vaak tref ik er symbolen en boeken van verschillende religies aan, kaarsen, gedimd licht, een open schrift met een pen. Soms schrijf ik iets op. Altijd heelt de stilte.

In New York vind je, behalve de stilte, slechts een steen. Zes en een halve ton ijzererts. Donker, recht afgeplat, midden in de ruimte. Stevig, hard en standvastig in een wereld vol beweging en verandering. In Hammerskjölds woorden: ‘We may see it as an altar, empty not because there is no God, not because it is an altar to an unknown god, but because it is dedicated to the God whom man worships under many names and in many forms.


(…) The material of the stone leads our thoughts to the necessity for choice between destruction and construction, between war and peace. Of iron man has forged his swords, of iron he has also made his ploughshares.’

De keuze die de mens zo vaak niet maakt voor de ploegschaar, leidt even vaak tot de verhitte discussies, het welles-nietes en het voorspelbare ‘veto’ in de zalen van de Verenigde Naties, zoals we dat kennen uit de verslagen van de journaals en de kranten. Als er ergens een plek voor bezinning tot zijn recht komt, dan is het daar. Stilte heelt. Altijd. Misschien moet ik er toch eens een kijkje nemen.

Gerrit Oud

Amsterdam, 14 december 2018