That’s how the light gets in

COLUMN

Gerrit Oud


Op de middelbare school was lichamelijke opvoeding niet mijn favoriete vak. Elke les weer begon met alweer een rondje om het veld rennen. Op een gegeven moment vroeg ik wat daar eigenlijk het nut van was, hard rennen om daar uit te komen waar je eerder was begonnen. In plaats van boos te worden probeerde mijn gymleraar mij een levensles te leren: ‘Dat is, jongen, een oefening voor het leven. Je kwam met niks, je gaat met niks. Je rent gewoon een rondje.’

Wat was ik blij dat die leraar gymnastiek gaf en geen filosofie. Ik prees me gelukkig met mijn opvoeding, waardoor ik het leven niet als een cirkel maar als een weg mocht en mag zien. Een weg die uiteindelijk naar het beloofde land zal leiden. Die weg echter is niet recht; de bochten laten zien dat het streven naar perfectie in dit leven niet zal lukken. Het perfecte uiterlijk, de perfecte baan, de perfecte relatie, streef ernaar, maar niet krampachtig. Ring the bells that still can ring zong Leonard Cohen. Die klokken zijn er niet veel en ze staan ver uit elkaar, maar dat ontneemt je niet de verantwoordelijkheid ze te luiden, open te staan voor die tekenen van hoop.

God zag dat het goed was, zijn goede schepping. Maar in de tuin van Eden wonen wij niet meer. Het is hier op deze aarde te doen. Hier is niets perfect. There is a crack, a crack in everything zong Cohen verder, om gelukkig te vervolgen met de woorden van hoop that’s how the light gets in. Juist in de bochten en door de scheuren van je leven komt het licht naar binnen. Dat licht, die lichtstraal, dat schijnsel van Gods vergeving en genade houdt je overeind midden in de verscheurdheid, leert je het leven te vieren, een klap te incasseren, onder alles te danken.

Wat een genade om die weg door de wereld te mogen gaan met open ogen, open oren om de tekens te verstaan van wat ons ontstijgt, de tekens van de Eeuwige. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.

Gerrit Oud, 13 januari 2022