Uit de tijd

Han Jongeneel

COLUMN


‘Wat is tijd dan? Zolang niemand het me vraagt, weet ik het wel. Maar als ik op deze vraag antwoord moet geven, weet ik het niet meer.’ (Augustinus, Belijdenissen xi, 17).

De tijd, je raakt er niet over uitgedacht. Terwijl ik deze column schrijf zoemt naast me een scanner die negatieven scant van foto’s die ik in 2002 heb gemaakt. Veel foto’s herinner ik me heel goed, maar soms komen er verrassingen naar voren. Met vertedering kijk ik naar foto’s van verjaardagen waarop zes of acht kaarsjes worden uitgeblazen. Er staan een opa en twee oma’s op die niet meer leven. De kinderen die op het kinderpartijtje waren ben ik uit het oog verloren. Hoe zou het met ze zijn?
Ik kan soms heel dankbaar worden als ik zie hoe we bij zoveel gelegenheden feestelijk bij elkaar waren voor verjaardagen, sinterklaas of oud en nieuw. En ook vakanties van lang geleden beleef ik een beetje opnieuw. Ik kom ook kerkfoto’s tegen. Een predikant die inmiddels na nog een andere gemeente met emeritaat is, jongeren van de tienerdienst bij het afscheid van iemand van de leiding. En ook bij hen vraag ik me af: hoe zou het met ze zijn?

Aan het begin van de coronatijd begon ik met scannen van foto’s uit mijn studententijd, inmiddels zo’n veertig jaar geleden. Van de meeste mensen van mijn studentenvereniging wist ik na enig nadenken nog wel de namen. Met sommigen heb ik nog heel incidenteel contact. Anderen ben ik uit het oog verloren. Eens googelen. Sommigen hebben belangrijke posities in het maatschappelijk leven ingenomen, anderen vind ik niet op internet en een medestudent uit die tijd blijkt overleden. Waar blijft de tijd?

Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag. (2 Petrus 3:8). Ook daar raak je niet over uitgedacht: God staat boven de tijd, buiten de tijd.

In Twente zeggen ze dat als je overlijdt dat je “oet de tied” komt. Misschien is dat wel een hele mooie manier om te zeggen dat je bij God thuis komt. Maar zolang ik nog in de tijd ben, koester ik mijn herinneringen en dus mijn foto’s.

Han Jongeneel, 26 juni 2020