Psalm 103

MET PSALMEN DE CRISIS DOOR

Ds. Fokko F. Omta

God, het Universum, of Karma – Psalm 103

Prijs de Heer mijn ziel, en wil niet vergeten al
zijn goede zorgen Hij vergeeft je alle schuld,
geneest al je ziekten,
hij redt je leven van het graf,
kroont je met trouw en liefde,
overlaadt je met schoonheid en geluk.
Als een aderlaar vernieuwt zich je jeugd,
(…) Liefdevol en genadig is de Heer (…)
Niet eindeloos blijft hij twisten,
niet eeuwig duurt zijn toorn
Hij straft ons niet naar onze zonden, (…)
Zo ver het oosten is van het westen,
zo ver heeft hij onze zonden weggedaan ….

God, het Universum, of Karma?

Als de corona crisis voorbij is kunnen we heel wat psalmen zingen en zeker no.103. De psalm vormt volgens Waaijman het liturgische einde van een dankfeest voor iemand die genezen is. De opluchting is voelbaar, de drang om het uit te schreeuwen van vreugde spat er vanaf. Want God heeft hem (of misschi en was het wel een haar) van alle ziekten genezen. Én, alle schuld vergeven ook! Blijkbaar was zijn leven voordien ontspoord en had dat ziekte tot gevolg. Straf??? Maar, ‘s-Heren toorn duurde niet eeuwig, en als een vader of moeder zo liefdevol heeft Hij zich over hem ontfermd.
Prijs de Heer mijn ziel! Iemand zei: dat je in een gedicht of lied kunt zingen, wat je in een preek niet kunt zeggen. Maar ja, dan heb je het wel gezongen. Daarom stel ik de vraag toch.

Waar hebben we die Coronacrisis aan te danken? Sommigen zeggen dat God erachter zit, anderen: Moeder Natuur of het Universum; en weer anderen spreken van de wet van Karma: een soort van immanente sturing van ‘oorzaak en gevolg’, waardoor we het eigenlijk te danken hebben aan onszelf. “Karma” houdt in dat we oogsten wat we als mensheid ook zelf hebben gezaaid. Zo ontving ik een mail van iemand die hoopte “dat de mensheid uit deze crisis lessen zal trekken”. En hij noemde daarbij o.a. onze omgang met dieren: “veel virusziekten vinden hun oorsprong in de behandeling van onze medeschepselen”. Een ander punt dat hij noemde, is “de zucht naar materiële behoeftebevrediging, waardoor economische belangen over de gehele aarde verstrengeld zijn (op zoek naar goedkope productie en afzet)”. Hiervoor is een buitensporige en grenzeloze mobiliteit vereist, van mens, dier en product over de hele aarde, die ons nu dus (mede) voor het mondiale coronaprobleem plaatst. In Trouw gaf Prinses Irene een vergelijkbare visie, in Buitenhof zondag was het Jane Goodall. Zelf wil ik twee dingen opmerken over dit onderwerp.

Ten eerste: wat mij aanspreekt in deze visies is de bereidheid tot zelfkritiek en het durven stellen van de vraag: in hoeverre zijn wij zélf de oorzaak? Wat zouden wij zélf moeten veranderen? Ten tweede: als je vooral geïnteresseerd bent in de vraag wie of wat (afgezien van de factor mens) verantwoordelijk is of oorzaak van deze crisis, dan liggen de drie antwoorden (God, Universum of Karma) minder ver van elkaar dan vaak wordt gedacht. Ik denk zelfs dat ze vaak ongemerkt in elkaar overgaan, en dat de verschillen meer de uiterlijke vorm, dan de essentiële inhoud betreffen. De een is nu eenmaal scheutiger met het woord ‘God’ of ‘Heer’ dan de ander.

Maar of je nu God zegt of Natura (of de Eeuwige, Ene, het Universum …) het zou in alle geval dwaas zijn als we door deze pandemie niet komen tot grondig menselijk zelf-onderzoek, inclusief onze ambities, activiteiten en doelen. En even dwaas zou het zijn, als we ons daarbij niet bewust openstellen voor dat wat groter is dan wijzelf. Hij/het zegt ons: “He mensen, wordt wakker, jullie kunnen zo niet doorgaan. Ik ben uiteindelijk sterker dan jullie”. De dichter van Psalm 103 heeft een dergelijke wake-up call gehad, en heeft er van geleerd. Als hij van de crisis genezen is, beseft hij eens te meer hoe schitterend en mooi, hoe royaal en liefdevol het leven is. Hij heeft daarbíj geleerd hoe kwetsbaar en nietig, eindig en voorbijgaand hij zelf eigenlijk is. Maar ook: wie je ook bent, waar je ook woont, en als je opnieuw de kans krijgt: dat je altijd iets, zelfs veel kunt doen om de wereld tot een betere plek te make. Daarom, na alle benauwenis en pijn en eenzaamheid schreeuwt de psalmdichter het uit:

Prijs de Heer, hemelse machten,
dienaren die doen wat hem behaagt.
Prijs de Heer, al zijn schepselen
prijs hem, overal in zijn rijk
Prijs de Heer mijn ziel.

Hartelijke groet, ds. Fokko F. Omta.