‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’

Gerrit Oud

COLUMN


Je gaat het pas zien als je het doorhebt. Een van de prachtige aforismen van Johan Cruijff en de titel van mijn favoriete stukjes in de zaterdagse bijlage van de Volkskrant. Daarin schrijft Wieteke van Zeil over opmerkelijke en veelbetekenende bijzaken in de beeldende kunst. Voor mij houdt dit gegeven echter niet op bij de beeldende kunst, maar strekt het zich ook uit in het geschreven woord.

Zo vaak zocht ik in de Bijbelse verhalen naar wat er níet geschreven staat. Ik vroeg me af waar de moeder was gebleven in het de gelijkenis van de verloren zoon. Was zij reeds overleden of deed zij er niet toe? In onderstaand gedicht van Geerten Gossaert uit 1911 kreeg ik een poging tot een antwoord. De moeder zag en weende, maar hield blijde hoop. Tot zij hem weerzag en geen tranen vond. Van vreugde!

In Lucas 15 wordt in beelden over Gods ontfermende liefde gesproken. Een man zoekt zijn verloren schaap, een vrouw haar verloren muntstuk. Een vader had twee zonen. Jesaja profeteert in 66:13 over Gods ontferming dat Hij troost zoals een moeder. Misschien heeft Rembrandt dat voor ogen gehad toen hij De terugkeer van de verloren zoon schilderde. Henri Nouwen beschrijft in zijn boek Eindelijk thuis de handen van de vader op dat schilderij. Hem was opgevallen dat de linkerhand een mannenhand en de rechterhand een vrouwenhand zijn. Je gaat het pas zien als je het doorhebt.

DE MOEDER

Hij sprak en zeide
In ’t zaêl zich wendend:
Vaarwel, 0 moeder,
Nooit keer ik weêr …..
En door de lanen
Zag zij hem gaan en
Sprak geen vervloeking maar weende zeer.

Sprak geen vervloeking …..
Doch bijna blijde,
Beval den maegden:
Laat immermeer
De zetels staan en
De lampen aan en
De poort geopend, de slotbrug neer.

En toen, na jaren,
Melaatsch een zwerver
Ter poorte klaagde:
Uw zóón keert weêr …..
Zag zij hem aan en
Vond geen tranen,
Voor zooveel vréugde geen tranen meer.

Gerrit Oud
Amsterdam, 31 januari 2020


Rembrandt Harmensz. van Rijn 1606 – 1669

De terugkeer van de verloren zoon (1668)

olieverf op doek (262 × 206 cm) — 1668-69
Hermitage, St. Petersburg
Dit werk is gekoppeld aan Lukas 15:21

De jongste zoon keert terug naar zijn vader, nadat hij in het buitenland zijn geld heeft verspild en vervolgens honger moest lijden. Rembrandt laat hier zien hoe de vader zijn zoon volledig vergeeft. De omstanders kijken zwijgend toe, zeer onder de indruk van de genade van de vader en de overgave van de zoon.
Er is enige twijfel of Rembrandt dit schilderij geheel eigenhandig heeft gemaakt. Wellicht werd hij geholpen door leerlingen in zijn werkplaats.