Psalm 67

MET PSALMEN DE CRISIS DOOR (12)

Ds. Sieb Lanser


Beste gemeenteleden,

Twee maanden geleden riepen tientallen organisaties en kerken op om op 28 juni te bidden voor de situatie in de wereld en gezamenlijk Psalm 67 te lezen. Ze schreven in de oproep: ‘Psalm 67 is een gezamenlijk gebed om Gods zegen voor de wereld. God wordt in deze psalm aanbeden als heerser over de hele aarde en alle volken. De wereld is afhankelijk van zijn genade en zegen. De woorden van de psalm vormen een krachtig, gezamenlijk gebed voor medemensen overal ter wereld.’
Voordat we ons deze psalm toe-eigenen, is het goed ons eerst te realiseren dat het een psalm, een gebed, van Israël is. Daarop slaat het ‘ons’ aan het begin en het eind, in de verzen 2, 7 en 8.
In de joodse traditie speelt psalm 67 een rol in de omertijd, wanneer er vijftig dagen worden geteld tussen Pesach (Pasen) en Sjavoeot (Wekenfeest / Pinksteren). Pesach en Wekenfeest zijn van origine oogstfeesten. Pasen is het feest van ‘de eerstelingen’; de landbouwer bracht de eerste schoof (omer) van de gersteoogst naar de tempel. Zeven weken later vindt de oogst zijn bekroning in de tarweoogst; de landbouwer gaat nu met twee toebereide broden naar de tempel. De oogst is nu voltooid.
Later krijgen deze landbouwfeesten een historische invulling, worden ze verbonden met de eigen geschiedenis. Pasen wordt het feest van de uittocht, de bevrijding van de onderdrukking in Egypte. Pinksteren wordt het feest van de verbondssluiting en de gave van de Tora bij de berg Sinaï.
Als het gaat om zegen, betekent dat ‘ons’ in de psalm nu een soort ‘Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken’? Nee, integendeel. In de joodse Talmoed wordt verteld dat de Tora, die aan Israël wordt gegeven, op Gods bevel door de engelen in zeventig talen wordt vertaald, voor alle volken van de wereld. De volken zijn meteen in het vizier. Maar Israël is Gods eersteling op de akker van de wereld; in de wereld van de volkeren is één volk apart gezet ter wille van de anderen, als een proeftuin van bevrijd leven, gegrond in Gods liefde. Maar het gaat ook hier om de volle oogst, om heel de mensheid. ‘Dat zijn de ware Abrahams-genen: bidden om zegen, opdat in jou, met jou en door jou alle mensen gezegend worden!’ (Sytze de Vries).

Psalm 67 is ook een vaste psalm van de Witte Donderdag. Wij gedenken dan de laatste (paas)maaltijd die Jezus met zijn leerlingen vierde. Hij is als Zoon van Israël de graankorrel die wordt gezaaid in de aarde en moet sterven. Het wordt Pasen:

Nu is de dag van oogsten daar,
het hoogste van de tijd;
een koning als een korenaar
staat op in majesteit.

Aldus Willem Barnard in het zevende couplet van lied 767 uit ons Liedboek.
Jezus is de eersteling in wie zichtbaar wordt hoe de oogst zal zijn.
Vijftig dagen na Pasen wordt het Pinksteren. De volle oogst wordt binnengehaald. Zoals bij de verbondssluiting op de Sinaï de twaalf stammen van Israël tot één volk werden samengesmeed, zo worden nu de volkeren van de wereld geroepen om samen te leven tot Gods eer. Dat de volken u loven, God, zingt psalm 67.

De aarde heeft een rijke oogst gegeven. Dan hoeven we niet alleen aan de agrarische opbrengst te denken, maar ook aan onszelf. Wij mensen zijn Gods oogst.
God zegent ons. Dat is wat ons leven draagt. Ik moet onwillekeurig ook denken aan de zegen in de kerkdienst. Die is gebleven, ook in coronatijd. Of we nu thuis online meevieren of lijfelijk in de kerk aanwezig zijn, we krijgen de zegen opgelegd. Misschien dat sommigen het een stichtelijke afsluiting vinden of een sein van ‘nu is er koffie’, maar ik weet ook van velen die de zegen uiterst belangrijk vinden, zelfs het hoogtepunt van de kerkdienst.
Maar we ontvangen de zegen niet om lekker knus gezegend te zitten wezen. We worden gezegend om tot een zegen te zijn. Wat zijn de goede vruchten, die groeien aan de Geest? In de eerste eeuwen groeide het christendom sterk, o.a. door het gedrag van de christenen. Zij bleven op hun post, boden concrete hulp, ook ten tijde van afschuwelijke epidemieën. Wat merkt onze omgeving van ons? Is Gods liefde herkenbaar in ons? Zien anderen gezegende mensen die tot een zegen zijn?

Met een hartelijke groet,

Sieb Lanser